Zwarte Hein

Wandelend langs de oever van de Groote Kreek, ga je bijna ongemerkt over een zijtak heen. Deze smalle kreek, de Zijl, loopt verder langs de begraafplaats en de zuidrand van het dorp Den Bommel. Vroeger passeerde je dit watertje via een overgang van de weg, ook wel een heul genoemd. Die stond bekend als het Zwarte Hein, Flakkees voor zwart hek.

Het pad langs de Groote Kreek heet het kerkpad of kerkpaadje. Mensen die in de polder en in Zuidzijde woonden, gebruikten het om al wandelend naar de kerk in Den Bommel te gaanen weer terug naar huis. Ooit was er, vlak naast het kerkpaadje, ook een kerkdreef. Via deze dreef konden boeren met hun paard-en-wagens vanuit het dorp hun land bereiken.

Bij het zwartgeverfde hek kon je je hengel uitgooien in de kreek. Het was een uitstekende stek om voorntjes of paling te vangen. Voorntjes sloeg je aan de haak, terwijl je paling het beste kon vangen met een peur. Een peur is een draad met wormen eraan. Die ging zonder dobber het water in. Had je beet, dan voelde je dat aan de draad en kon je de gevangen paling naar boven halen. ’s Avonds, tegen de schemering, had je de meeste kans om een visje te vangen. Dan kon het best druk zijn bij het Zwarte Hein.