De Geere

Hier, op de hoek van de Hogeweg en de Geerweg, is geen bebouwing meer. Het landarbeidershuisje dat er stond, is midden jaren 50 afgebroken. Het was in slechte staat nadat het tijdens de Watersnoodramp van 1953 in het water had gestaan. In het huisje, dat de Geere heette, woonden landarbeiders met hun gezin. Ze werkten op de boerderij, die even verderop aan de Geerweg staat.

Het moet verschrikkelijk zijn geweest toen het water kwam op 1 februari 1953. De Geere – het landarbeidershuisje aan het eind van de Hogeweg, vlak bij de buitendijk – had zwaar te lijden van de vloed. Het benedenhuis was geheel gevuld met water. Maar de bewoners, Maas Huizer en zijn gezin, wisten de Ramp te overleven. Dat gold niet voor de Geere. Het landarbeidershuisje was niet meer te redden. Twee of drie jaar na de Watersnoodramp is het huisje afgebroken.

Landarbeidershuisjes kwamen vaak voor op het platteland. Ze stonden in de buurt van boerderijen als huisvesting voor de vaste knechten. De huisjes waren zeer eenvoudig. Ze bestonden doorgaans uit één kamer, een portaaltje en een zolder. De Geere zal er niet veel anders hebben uitgezien. De vaste knechten hadden nog een redelijke positie. Zij waren het hele jaar in dienst bij de boer. Dat gold echter niet voor de seizoenarbeiders, die een groot deel van de winter en het voorjaar werkloos – en dus armoedig – door het leven gingen. De lonen van landarbeiders waren mager, maar veelal was er wel sprake van een aanvulling in natura. Denk hierbij aan graan, uien en aardappels.

Later is de situatie van de landarbeiders verbeterd. Door de Landarbeiderswet van 1918 kregen ze de gelegenheid zelf grond te pachten en een stenen huisje te bouwen. Ook in Den Bommel, aan de Molendijk, verschenen er een paar. De mechanisatie van de landbouw – vanaf midden vorige eeuw – bracht met zich mee, dat er veel minder arbeiders nodig waren op het land. De landarbeidershuisjes verloren dus ook hun functie. Er zijn er veel afgebroken, net als de Geere.