Opgeblazen duikers
Van februari 1944 tot het eind van de Tweede Wereldoorlog in 1945 was het grootste deel van Goeree-Overflakkee bedekt met een laag water. Met andere woorden: het eiland was geïnundeerd. De Duitsers wilden er onder andere het landen van geallieerde vliegtuigen en parachutisten mee voorkomen. Ook de polders rond Den Bommel stonden onder water. De Duitsers bliezen de duikers onder de Schaapsweg op, die daardoor niet meer begaanbaar was.
Iedereen weet het: het water kwam in februari 1953 en het had een enorme impact. Minder algemeen bekend is dat grote delen van Goeree-Overflakkee ook in 1944 en 1945 onder water stonden. Toen waren de boosdoeners niet de storm, het springtij en de zwakke dijken, maar… de Duitse bezetter. Die zette het gebied onder water, zodat de tegenstander – de geallieerden – niet zomaar vanuit de lucht kon binnenvallen. Sommelsdijk, Middelharnis en Dirksland bleven droog dankzij een ruim 7 kilometer lange nooddijk. Bewoners staken er hun handen flink voor uit de mouwen. Voor veel andere bewoners, die in het geïnundeerde gebied woonden, zat er niet veel anders op dan evacueren.
De Schaapsweg was niet langer begaanbaar omdat de Duitsers de duikers onder de weg opbliezen. Na de oorlog is dat hersteld, maar er is nog altijd een oneffenheid in het wegdek voelbaar op de plek waar de opgeblazen duikers zaten. Dit merk je als je overheen rijdt. Den Bommel had nog meer te lijden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In april 1945 bliezen de Duitsers de uitwateringssluis bij de haven in het dorp op. Daarbij raakten verscheidene panden zwaar beschadigd, waaronder het gemeentehuis aan de Molendijk. Het is nooit herbouwd. Na de bevrijding in 1945 nam de gemeente Den Bommel een verbouwd woonhuis aan de Beneden Oostdijk in gebruik als gemeentehuis. De Schaapsweg was tot 1940 een onverharde weg. De weg is, evenals de Boven-Oostdijk, verhard met puin uit Rotterdam. Dit puin hadden de Duitsers gecreëerd door de Maasstad te bombarderen…