Watermolen

Aan de overkant van de Aaghte Bouwenskreek staat een molen. Het is een poldermolen, gebouwd in 1731 om overtollig water uit de polder te lozen. De kap en de wieken zijn er al meer dan een eeuw af. De wind was immers niet meer nodig nadat motoren de aandrijving van het gemaal hadden overgenomen. Tegenwoordig dient de poldermolen als woonhuis.

Dirksland en het omliggende land zijn ooit ingepolderd om de bewoners te beschermen tegen hoog water en overstromingen. Toch kwam er vanaf het begin water in de polder. Denk alleen maar aan regen en andere neerslag. Te veel water is uiteraard niet welkom, zeker niet op akkerland.

Overtollig water kon je de eerste tijd vrij eenvoudig weg laten lopen. Via kreken en sloten liep het naar sluizen, die met eb open gingen. Later verslechterde de uitwatering door landaanwinning rond de polder van Dirksland.

De Boomvliet, ooit een stroomgeul, was algauw niet bruikbaar meer. Natuurlijke uitwatering via het havenkanaal bleek ook niet ideaal, onder andere omdat het steeds dichtslibde. Een nieuwe sluis, gebouwd in 1672, bood onvoldoende soelaas. Daar kwam nog bij dat de polder inklonk, waardoor het overtollige water een steeds groter hoogteverschil moest overbruggen.

De oplossing voor deze problemen was een poldermolen. Vanaf 1731 maalde die het water via een hoger gelegen boezem naar het havenkanaal. Dat verbeterde de lozing aanzienlijk. De molen, een grondzeiler stond op een strategische plek: dicht bij kreken die het water aanvoerden en in open polderland, vol in de wind.

Het was een forse investering. De bouw van de molen, het graven van de boezem, de aanleg van kades en de bouw van een tweede uitwateringssluis in de havendijk, kostten bij elkaar 30.000 gulden, destijds een heel hoog bedrag.

In 1915 waren de kap en de wieken niet meer nodig toen motoren de aandrijving van het gemaal overnamen. Sindsdien resteert alleen de romp van de molen, die is verbouwd tot woonhuis.

Watertoren icoon